Een uniek zoogdier wordt met uitsterven bedreigd, en Zuid-Afrika werkt aan het behoud ervan.

Het schubdier is het meest verhandelde dier ter wereld, en daarom onderneemt het Phinda Reserve een innovatief herintroductieproject. National Geographic Traveller vertelt het verhaal.

In een uithoek van Zuid-Afrika, in de provincie KwaZulu-Natal, wordt cruciaal werk verricht om een van de meest zeldzame en bedreigde dieren ter wereld te behouden: het schubdier.

Het geschubde zoogdier (dat veel op ons gordeldier lijkt), dat bekend staat om zowel zijn unieke uiterlijk als zijn kritieke status als meest verhandelde dier op de planeet, wordt opnieuw in het wild uitgezet dankzij een innovatief programma in het privéreservaat Phinda, dat wordt beheerd door het bedrijf &Beyond, meldt National Geographic Traveller in Groot-Brittannië.

Het project heeft tot doel schubdieren van de rand van uitsterven te redden door het publiek te betrekken bij het begrijpen en beschermen van deze unieke diersoort.

Prehistorische overlevende

Het schubdier, het enige geschubde zoogdier ter wereld, heeft een evolutionaire geschiedenis die 85 miljoen jaar teruggaat en deelt zijn oorsprong met de dinosauriërs.

Dit dier, dat kenmerken van een gordeldier combineert met genetische overeenkomsten met honden, is een voorbeeld van aanpassing en veerkracht door de eeuwen heen. Zijn vermogen om massa-uitstervingen en klimaatveranderingen te overleven was echter niet genoeg om hem tegen moderne gevaren te beschermen.

Misschien bent u geïnteresseerd in:Van Mansa Musa tot Rockefeller: Enkele van de rijkste mannen in de geschiedenis en hoe ze het gemaakt hebben

Vandaag de dag worden alle acht soorten schubdieren ernstig bedreigd door de illegale handel in hun schubben en vlees, voornamelijk gedreven door markten in Azië.

Door zijn unieke kenmerken, zoals een tong die langer is dan zijn lichaam en het lopen op twee achterpoten, kreeg het dier merkwaardige bijnamen als “wandelende ananas” of “artisjok met een staart”, maar werd het ook een doelwit voor stropers.

Behoud in Phinda

Het Phinda Private Reserve, dat 115 vierkante mijl beslaat in een omgeving met een rijke biodiversiteit, werd een toevluchtsoord voor geredde schubdieren.

Hier werkt het schubdierherintroductieproject als een uniek programma in Afrika, waar deze dieren worden gered van de illegale handel, worden gerehabiliteerd en weer worden vrijgelaten in een beschermde habitat.

Het reservaat richt zich op het herstel van schubdieren en probeert bezoekers te informeren over het belang van het behoud van deze en andere bedreigde diersoorten.

Toeristen krijgen de kans om onderzoekers te begeleiden bij het volgen en monitoren van deze dieren, een ervaring die avontuur en milieubewustzijn combineert.

Een meeslepende ervaring

Amanda Canning, schrijfster van het artikel in National Geographic Traveller (UK), beschrijft haar bezoek aan Phinda als een transformerende reis. Haar verblijf in Forest Lodge, een verzameling hutten genesteld in het bos, is een voorbeeld van duurzaam toerisme in harmonie met de natuurlijke omgeving.

Vanaf de eerste ontmoeting met een klein beeldhouwwerk van een schubdier in het bibliotheekpaviljoen van de lodge, anticipeert Canning op de mogelijkheid om dit ongrijpbare dier in zijn natuurlijke omgeving te observeren.

De omgeving van Phinda is de thuisbasis van een verscheidenheid aan inheemse wilde dieren, zoals de nyala-antilope en de altijd waakzame impala, die samenleven met bezoekers in een omgeving die zorgvuldig wordt beheerd om de menselijke invloed tot een minimum te beperken.

Onzekere maar hoopvolle toekomst

Hoewel het schubdier nog steeds een ernstig bedreigde diersoort is, bieden projecten zoals dit een sprankje hoop, omdat ze laten zien dat menselijke interventie een bondgenoot kan zijn in plaats van een vijand voor de biodiversiteit.

Met elke schubdier die weer in het wild wordt uitgezet, markeert Phinda een stap in de richting van het behoud van een soort die miljoenen jaren van verandering heeft doorstaan, maar nu afhankelijk is van collectieve inspanning om te overleven.

Zoals de ervaring van Amanda Canning laat zien, is een bezoek aan dit reservaat een reis naar een exotische plek, maar ook een les van onschatbare waarde in de onderlinge verbondenheid van natuur en mensheid.

Dit model kan in andere regio’s worden nagevolgd en laat zien dat het met inzet en innovatieve strategieën mogelijk is om het natuurlijke erfgoed voor toekomstige generaties veilig te stellen.